Aan deze thematentoonstelling 2013 nemen de volgende Hengelose (niet allen MHHK-exposanten) kunstenaars deel:
Willemina Bakkenes, Jan Beerling, Guusje Beverdam, Ebba van der Bijl, Rob Bloemendaal, Tony Boiso, Leo Bos, John Brunink, Pier van Dijk, Onno Dirks, Rineke Engwerda, Noud van Galen, Ria Geerdink, Viktoria Gudnadottir, Erna ter Haar, Jaap Hellemans, Nicole van Heeswijk, Gerry Hesselman, Peter Hoogers, Jop Horst, Merit de Jong, Rudi Klijnstra, Marian Kromkamp, Kris Linders, Ricardo Liong-A-Kong, Hiske Loomans-de Sonnaville, Nanon CF Morsink, Gertie van Nuenen, Otto Oelen, Fra Paalman, Rob von Piekartz, PseudonieM, Rob Rekers, Bert van Santen, Marjo Sleiderink, Gonda Steffens, Tineke van Steijn, Fenneke ten Thij, Piet Verberne, Dorothe Verberne, Esther de Vries, Herna Wielink, Anne Wind, Simone Zacharias en Derya Zenginoglu.
Een tentoonstelling met als thema ‘blauw’.
De meeste mensen denken bij de kleur blauw –volgens mij– aan Hollandse luchten, Delfts aardewerk en glas. Blauw glas om wat preciezer te zijn. En water. Elk kind tekent de aarde zwart of bruin en water blauw en soms de lucht wit en de wolken blauw. Kinderen zijn onbewust al slim; wolken bestaan namelijk uit water.
Maar dat is niet alles. De creatieve geesten van deze tentoonstelling gebruikten veel blauw om te laten zien dat er nog meer is naast luchten, water en keramiek.
Als hoofd laboratorium van de Hengelose zoutfabriek associeer ik blauw met synthetische kleurstoffen als Pruisisch blauw en kobaltblauw.
Pruisisch blauw, oftewel ijzer(III)-hexacyanoferraat(II) is een pigment met een goed meetbare kleur en laat zich ook nog eens eenvoudig vormen uit H-stof (een stof die men toevoegt aan zout om ervoor te zorgen dat het zout niet één grote klont gaat vormen na verloop van tijd). Door deze chemische blauwkleuring is het mogelijk om te bepalen hoeveel H-stof aan het zout is toegevoegd, omdat de kleurintensiteit evenredig oploopt met de concentratie H-stof. Met behulp van een eenvoudige spectrofotometer kan de kleurintensiteit gemeten worden en zodoende de concentratie H-stof berekend worden. Tja, ieder zijn vak.
Het pigment Pruisisch blauw is overigens ontdekt rond het jaar 1700 door de heer Diesbach in Berlijn. Hij maakte het per toeval terwijl hij experimenteerde met het oxideren van ijzer. Hij verwachte een variant van het donker rode pigment ossenbloed (ook wel dodekop of caput mortuum genoemd, een mengsel van ijzeroxide en kleiaarde). Nog geen twintig jaar later schreef de Nederlandse schilder Simon Eikenlenberg al over het gebruik van dit Pruisisch blauw in de schilderkunst.
De Duitsers gebruikten het in verf voor hun legeruniformen. Er was namelijk maar zeer weinig pigment nodig om een sterke blauwe kleur te verkrijgen. Vandaar dat het ook wel de naam Berlijns blauw kreeg.
In Nederland werd verf met Pruisisch blauw veel toegepast in boerderijen. Eén nadeel dat het pigment niet zo geschikt is voor buiten. Onder invloed van licht, warmte, vocht en bepaalde bestanddelen in de lucht verandert de kleur. Deze verandering is een omkeerbare chemische reactie. In een zurige omgeving blijft de kleur mooi blauw. Veranderd echter de zuurgraad naar meer basisch, door bijvoorbeeld kalkhoudende bindmiddelen, dan kan de kleur omslaan naar bruin. Indien na verloop van tijd de omgeving weer meer zurig wordt dan zal de blauwe kleur langzaam terug moeten keren. Zuur-afhankelijke kleuring is ook te zien bij bepaalde bloeiende heesters, die roze bloemen voortbrengen op een zure grond en blauwe bloemen op een basische grond. Door bijvoorbeeld kalk te strooien onder zo’n heester kan de kleur van de bloemen veranderen van roze naar blauw. De hortensia is hier een mooi voorbeeld van.
Een andere veel gebruikte kleurstof is kobaltblauw, een samenstelling van kobalt(II)oxide en aluminiumoxide (CoO . Al2O3). Dit pigment gebruikt men vooral veel in glaswerk en porselein. Chemisch gezien is het bijvoorbeeld een goede indicator voor de aanwezigheid van vocht. Het droogmiddel silicagel werd voorheen voorzien van deze indicator, omdat er een langzame verkleuring ontstaat (van blauw naar roze) naar gelang er meer vocht wordt geabsorbeerd. Indien het droogmiddel verzadigd is aan vocht (te zien aan de roze kleur) dan kan deze voor een lange tijd in de oven worden geplaatst bij 110°C, zodat het vocht weer wordt verdreven en de silicagel weer mooi blauw kleurt (en opnieuw kan worden gebruikt). Helaas blijken de meeste kobaltverbindingen matig giftig te zijn en daarom gebruikt men deze stof in ieder geval niet meer als vochtindicator.
Zo te zien op straat is de kleur kobaltblauw, of ook wel koningsblauw (Royal Blue), sinds 30 april 2013 weer helemaal terug in het modebeeld. Koningin Maxima droeg tijdens de kroning een creatie van Jan Taminiau in het Royal Blue. Samen met koning Willem-Alexander, die de rood fluwelen kroningsmantel droeg, afgezet met wit hermelijn, vormden ze mooi de Nederlandse driekleur, waarvan de onderste baan toevallig ook kobaltblauw is. De kleur blauw –voor velen ook wel de kleur die met koud wordt geassocieerd en daarmee de tegenhanger is van het warme rood- staat van oudsher voor rijkdom en adel (blauw bloed) en daarnaast ook voor betrouwbaarheid en zekerheid. Niet voor niets hebben veel bedrijven, zoals banken, hun logo in de kleur blauw en draagt de politie een blauw uniform. Bij ons op de labzaal dragen we witte jassen met een mooi blauw logo van AkzoNobel. Ik hoop dat dat bijdraagt aan het vertrouwen dat de klanten in ons hebben.
In ieder geval wens ik u veel plezier bij het bekijken van deze virtuele tentoonstelling.
Henri Karkdijk, Hoofd Laboratorium, AkzoNobel Industrial Chemicals, Hengelo
P.S. voor sommige feiten over Pruisische blauw en kobaltblauw heb ik Wikipedia en AgriWiki geraadpleegd.
Nat, Vochtig, Droog
Het MHHK heeft Viktoria Gudnadottir gevraagd bij deze tekst een video te maken. Daarvoor heeft ze tijdens een rondleiding van Henri Karkdijk bij AkzoNobel Industrial Chemicals aan de Boortorenweg in Hengelo video-opnames gemaakt.
Het resultaat is Nat, Vochtig, Droog.